Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij zeide tot hen: [34]Verontreinigt het huis, en vervult [35]de voorhoven met verslagenen; gaat henen uit. En zij gingen henen uit, en [36]zij sloegen in de stad. 34. Hetwelk geschiedde door de dode lichamen, die daarin verslagen werden. Vergelijk Num.19:11; 2 Kon.23:16. 35. Zie van beide de voorhoven, het binnenste en het buitenste, 1 Kon.6:36. 36. Dat is, zij maakten een grote slachting van allerlei mensen door de ganse stad. Zie van het woord slaan voor doden genomen, Gen.8:21.